zondag 1 juli 2012

Schotse eilanden


Sindoro aan de mooring bij Lambach
Niemand weet precies hoeveel eilanden Schotland telt schrijft Hamisch Haswell-Smith in zijn bestseller over de Schotse eilanden. Het moeten er duizenden zijn en dat dwingt tot keuzes. Want alhoewel wij een zee van tijd denken te hebben vliegt deze ook voorbij en alles wat we hier zien is adembenemend mooi, ruig ongeschonden natuurlijk. Daarom hebben wij in het dagelijks scheepsberaad op de Sindoro besloten een paar eilanden echt goed te bekijken en de rest niet of een andere keer. Veel van de oorspronkelijke plannen laten we voorbijgaan omdat we anders te vluchtige passanten worden niets echt hebben gezien. Na vertrek uit Kintyre varen we met een dubbel rif met achteerlijke wind naar Arran. Een prachtige zeiltochtje iets te veel gereefd maar daardoor wel lekker rustig varen. Wij houden niet zo van achterlijke winden vanwege de permanente dreiging van een gijp. Nu varen we vredig een knoop of 5 – 6 heerlijk. De kust van Arran, het eiland met de hoogste toppen (874m), is al van veraf te zien. Groot en donker doemen de bergen uit zee op. Onder het eiland ligt het kleine eilandje Pladda waar we niet tussendoor durven vanwege de beperkte diepte tussen het land en het eiland. Onder Pladda zijn overfalls zodat wij Arran’s zuidoostkust op ruime afstand ronden. Arran willen we goed bekijken en we plannen er een dag of drie voor. Aan de zuidoostkant van het eiland ligt Lamlach in een loch afgeschermd door weer een klein eilandje, Holy Island (314m). Dit eilandje sluit het loch gedeeltelijk af en biedt daardoor een prachtige natuurlijke bescherming voor oostelijke wind. Wij vinden een mooring en knopen vast. Het is een mooie avond zodat wij buiten in de kuip kunnen eten, na het eten kriebelt het eiland, ik wil er naartoe om eens te kijken.  Het bijbootje (dinghy) wordt opgeblazen en ik vertrek met ronkende buitenboordmotor en schuimend hekspoor naar het Holy eiland. Een mijltje varen. Er is een aanlegsteiger waar ik de dinghy kan achterlaten. Er wapperen Tibetaanse gebedsvlaggen op het eiland en er staan boeddhistische beelden in een halve kring opgesteld. Het blijkt een eiland te zijn waar Boeddhisten wonen en werken er worden workshops gegeven en er is een prachtige groentetuin.  Twee vriendelijke dames heten mij welkom, en ja er mag op het eiland worden gewandeld en we kunnen morgen gratis een kopje thee krijgen in het boothuis. Genoeg nieuwsgaring om terug te varen naar het moederschip om de informatie te delen. Thea is in voor de het plan om een wandeling op het eiland te maken en thee te drinken. De volgende dag maken wij de wandeling naar de top van 314 meter en wij begrijpen wat Ronald Naar heeft moeten voelen op de Himalaya, toegegeven er zit enig verschil in hoogte maar het uitzicht is na de inspanning van de klim een ware beloning. Het was stijl en soms glad en daarom voelt het nemen van deze top als een overwinning. 
De top bereikt Holy Island
De terugweg voert langs twee kleine vuurtorens en een paar boeddhistische nederzettingen naar het hoofdgebouw waar we thee drinken. Terug naar de boot voor een boterham en daarna los voor de volgende baai Brodick bay. Een iets ruimere baai met een fraai uitzicht op een berg de Goatfell (874m), die willen we wel beklimmen. Als we ’s-avonds  in de kuip plannen maken zie ik plotseling een geweldig dikke kwal naderen. De diameter is een centimeter of 50 maar met zijn tentakels zit hij of zij minsten op anderhalve meter. Het is ook nog een nare prikker lees ik op internet (Lion’s Mane). Gelukkig nodigt de watertemperatuur 16,5 graden, niet uit tot zwemmen, want zo’n huge beest aan of in je zwembroek, als je deze al zou dragen kan mij op voorhand al uit de slaap houden. 
Lion's Mane
Het is inmiddels al weer dinsdag wij blijven in de buurt omdat Thea’s moeder vandaag een behandeling in het ziekenhuis ondergaat en Wietske ons hierover telefonisch op de hoogte houdt. Dus maken een tochtje met de bus om het eiland en bezoeken de prachtige aangelegde kasteeltuin. Weer een dag met een gouden randje zou Oma zeggen, voor wie de behandeling ook prima is verlopen.
Laat in de avond vertrekken wij in een korte mistvrije periode naar Lochranza in het noordwestelijke puntje van Arran. Wij zijn er al langs geweest met de bus en hebben gezien dat er moorings liggen en er een pontoon is waar wij mogelijk water kunnen nemen. Het is een prachtige avond, wij ontmoeten een vriendelijke zeehond en verder heerst er rust. Omdat het hier erg diep is kunnen wij vlak langs de kust varen. De mystieke verlatenheid wordt benadrukt door dichte mistvlagen die alle zicht ontnemen. De radar staat aan en de AIS dat geeft een veilig gevoel. We zien alleen een paar kleine vissers op ruime afstand passeren. Af en toe trekt de sluier op en mogen wij even kijken naar de hoge bergen die even in de volle zon liggen.  Als we om half tien de mooring bereiken hebben wij een prachtige avond gehad. De volgende dag toeren wij met de bus over het eiland. Het regent soms, maar na de lunch wagen wij het een stukje te wandelen naar het volgende plaatsje. Tien minuten voor de bus arriveert barst de bui los zodat wij weer een uur in de bus moeten zitten om op te drogen, echt geen straf want het is opnieuw erg mooi buiten ondanks alle nattigheid.
Dan is het al weer vrijdag en de voorspellingen zijn matig. Veel wind en regen. In een venster met minder wind en regen vertrekken wij naar Bute een nieuw (voor ons dan) eilandje. De tocht er naartoe is fantastisch. We varen een soort trechter in of loch en hebben nu aan twee kanten bergen. Er staan prachtige huizen langs de kant en groene grasvelden en er zijn onontgonnen steile stukken bij. Ook nog een ondiepe passage tussen eilandjes en rotsen waar Thea ons behendig langs manoeuvreert. Een uur voor aankomst is het venster voorbij en barsten regen en wind er op los. De beloning is het mooie beschutte haventje Rothesay. Dit dorpje gaan wij vanavond onveilig maken. Meer erover in het volgende blog!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten